Majoor Housiau, een vechter, een verzetsstrijder, een held 

Raoul Housiau werd geboren te Courcelles op 14 december 1894. Hij loopt lagere school te Courcelles en vervolgt zijn opleiding in het middelbaar onderwijs eerst aan het atheneum te Charleroi, vervolgens te Dinant. In 1912 studeert hij aan de universiteit te Gent. 

Toen in 1914 de oorlog uitbreekt is Raoul Housiau 20 jaar oud. Zonder aarzelen meldt hij zich voor het leger. Op 24 oktober 1914 wordt hij door een kogel getroffen in de longen. Overgebracht naar een ziekenhuis in Engeland om er verzorgd te worden geneest hij er van zijn verwondingen en zonder aarzelen vervoegt hij opnieuw de rangen. Hij onderscheidt zich opnieuw en in 1915 wordt hij een tweede maal gewond. Hij wordt vermeld op het Legerdagorder. Bij het 10 Linieregiment wordt hij als Luitenant benoemd en het is in deze graad dat hij de oorlog endigt. 

In 1919 treedt hij bij in de Koninklijke Militaire School. Hij wordt officier van de Genie, gesproten uit de Applicatieschool. Hij vervolledigt zijn studies aan de universiteit van Luik waar hij na een jaar, in 1925, het diploma van ingenieur in de elektriciteit behaalt. Als kapitein verlaat hij het leger in 1929. Als officier in het reservekader wordt hij Majoor op drieënveertigjarige leeftijd. 

Vanaf de maand september 1939 is Majoor Housiau terug onder de wapens. Na het bevel van het 5 Bn TTr gevoerd te hebben, dat gelegerd was langs het Albertkanaal, wordt hij aangeduid bjj het Commando van het centrum voor steun en opleiding van de Transmissietroepen te Vilvoorde. 

Op 10 mei 1940 vertrekt zijn eenheid naar het mobilisatiekantonnement te Oostende en vier dagen later krijgt ze het bevel het land te verlaten en naar Frankrijk te vertrekken. In de algemene verwarring slaagt Majoor Housiau erin dat al zijn manschappen tegen eind augustus terug in België zijn, en dus kunnen ontsnappen aan krijgsgevangenschap. 

Als gewaardeerd raadgever van zijn oud-soldaten, vervoegt hij onder de bezetting de rangen van de gewapende inlichtingendienst en deze van het geheim leger. Hij houdt zich ook bezig met de clandestiene pers. Hij maakt deel uit van een groep die instaat voor de ontsnapping en de clandestiene repatriëring van Franse krijgsgevangenen. Herhaaldelijke aanhoudingen trotserend, volhardt hij in zijn vaderlandse actie en dat tot de fatale dag van 11 februari 1944. Dan wordt hij door de Duitsers wegens sabotage aangehouden in het U.C.E.H. te Charleroi. 

In mei 1944 wordt hij overgebracht naar Duitsland en moet kennis maken met de verschrikking van de concentratiekampen van Buchenwald, Nordhausen en Dora. Het is in Dora dat hij op 1 februari 1945 om 8 uur’s morgens sterft. 

Zijn volledige geschiedenis